In de gemeente Westland, waar ’s Gravenzande deel van uitmaakt, is al jaren een cultuurvereniging actief, de Cultuurverbinders, en Lof en Zotheid heeft nu voor de derde keer op rij mogen bijdragen aan een van hun culturele avonden. Elke theatergroep – het waren er elf, verspreid over het centrum – speelde drie ronden. Onze locatie was
de autoshowroom van Ruud en zijn neef en wij speelden, geflankeerd door de uitgestelde glimmende auto’s, voor drie groepen van 20 tot 30 enthousiaste toeschouwers.

Wat ons betreft heeft zo’n ronde een vaste opzet, ondanks dat we als
improvisatiegroep nooit van te voren weten wàt we gaan doen: we heten de bezoekers (eigenlijk moet ik zeggen: deelnemers) energiek welkom, we warmen hen op middels de “Paardenrace” of “My Bonnie” en onze onvolprezen presentator Arthur legt uit wat de bedoeling is. Onder andere dat we inbreng van hun willen hebben! Er volgen drie of vier scènes, voor meer is helaas geen tijd en dan zwaaien we ze minstens even geestdriftig weer uit.
Het gaat natuurlijk om die scènes, die zijn iedere ronde volkomen
nieuw. Hier is een voorbeeld: voor de “doventolk” wilden Anne en Arjen een beroep en een hobby. Het publiek kwam met “loodgieter” en “brandjes blussen”. Daarop mocht Annelies het interview dat volgde uitbeelden. Omstandig legde Arjen uit hoe er liters en liters lood gegoten worden, waarbij menigmaal gereanimeerd moet worden – briljant uitgebeeld door Annelies. Maar het bleek ook nog eens dat brandjes blussen een zeer erotische bezigheid is! Uiteraard ook briljant uitgebeeld …
We zaten in het Westland, dus toen er suggesties moesten komen voor een “poppenspel”, waarbij twee spelers, Mike en Anne, bewogen worden door twee vrijwilligers, lag het voor de hand dat die scène zich in een kas zou afspelen. Van aardbeien tot rotte tomaten, van alles moest er geoogst. En omdat de kwaliteit natuurlijk bovenal gaat, belandden die rotte tomaten uiteindelijk tussen het publiek.
Niet elke scène vraagt om inbreng. Het “pijnlijk” moment is er zo één: twee spelers, Mike en Annelies, hadden – net voor het begin van de scène – een pijnlijk gesprek gevoerd en nu zaten ze naast elkaar dit te verwerken. De stilte, die vooral spanning oproept bij de spelers (wat gaat de ander zeggen om deze situatie te verklaren?) en verwachting bij het publiek werd na ruim een minuut onderbroken door Annelies. Toen pas werd duidelijk dat Mike overspel had gepleegd met de buurvrouw. En eigenlijk waren beiden aan zoiets schuldig, maar dat werd pas later duidelijk. Of hun relatie overeind is gebleven, valt te bezien, maar het toont aan dat improvisatie niet alleen om de lach draait.
Tenslotte wil ik hier een geheel andere vorm van publieksparticipatie
schetsen: terugspeeltheater. Het is een verzameling van spelvormen waar we (dankzij Marnie) als groep pas sinds kort mee bezig zijn. Het idee van de vorm die we speelden is rechttoe, rechtaan: iemand uit het publiek vertelt over een gebeurtenis die hij of zij anders zou willen laten verlopen, omdat het vervelend uitpakte. Dat hoeft geen zwaar verhaal te zijn. In dit geval ging het om een maaltijd die verkeerd viel voorafgaand aan een belangrijke voetbalwedstrijd. De helft van de groep vrienden kreeg last van diarree en misselijkheid. Aan ons, de vier spelers, de taak dit plastisch uit te beelden maar aan de hand van de aanwijzingen van de verteller het historische verloop om te buigen. U zult begrijpen dat we al overgevend en poepend aan dit ware verhaal begonnen. De ommekeer, na een blokkade van de weg naar de WC, kwam toen de verteller zich herinnerde dat hij norit bij zich had. Dankzij het verorberen van kilo’s norit konden we allemaal, geconstipeerd en wel, toch nog de wedstrijd zien.
Kortom, een geslaagde avond met dank aan het enthousiaste publiek, de spelers die zich in onmogelijke situaties staande hielden en, niet in het minst, onze gastheer Ruud.